Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.
4. Toekomstvisie: Flanders Build als katalysator voor bouwinnovatie
4.1 Nood aan een geïntegreerd ecosysteem rond innovatie in de bouw

Er is geen beleidsplan of speerpuntcluster die zich specifiek op bouwinnovatie richt. Zoals in hoofdstuk 2 punt 4 geïllustreerd, hebben ze die fout ook in Nederland gemaakt en ondertussen hersteld. Ja, de bestaande organisaties hebben allen hun doel en toegevoegde waarde. Als collectief centrum profileert Buildwise zich bijvoorbeeld zeer sterk als innovatie- en connectiecentrum waarbij ingezet wordt op adoptie van kennis door de sector. Anderzijds zit er bij universitaire onderzoekscentra en andere kennisinstellingen kennis of potentieel die de sector nog niet bereikt of nog ontwikkeld moet worden. Organisaties als Materinex, Flux50, VITO of Flanders Make kunnen ook via deelaspecten van hun werking toegevoegde waarde bieden. Echter, vanwege de integrerende rol van de bouw, die uiteindelijk zowel in de bedrijfswerking als bij de actie van het bouwen veel innovaties integreert, is het ook opportuun en noodzakelijk om vanuit de noden en specificiteit van de sector te vertrekken. Een overkoepelende structuur die zorgt voor afstemming, coördinatie, ambitieuze en missiegerichte innovatieprogrammawerking kan alle actoren verenigen en een grote bijdrage leveren in het bereiken van ambitieuze doelstellingen.

Uit een recente studie van de VUB blijkt de positieve impact van bestaande Vlaamse speerpuntclusters zoals Flux50, De Blauwe Cluster en VIL. Zij dragen bij tot de productiviteit en innovatie van hun lidbedrijven. In de studie worden de uiteenlopende rollen geïdentificeerd die Vlaamse speerpuntclusters met succes opnemen. De voornaamste zijn ‘het verzamelen en coördineren van de stakeholders zoals bedrijven kennis- en onderzoekorganisaties, publieke instellingen en kapitaalverstrekkers’; ‘fungeren als katalysator en versneller binnen het innovatie-ecosysteem’; ‘bevorderen van concurrentiekracht en groei’; en ‘aanmoedigen van kennisontwikkeling en -deling in de cluster’.

Het lijkt erop dat ook de bouwsector als een topsector mag beschouwd worden die specifieke aandacht verdient, bv. via een speerpuntcluster of een op de bouw gericht beleidsplan. Naast kennisopbouw (of laag TRL-werk) dient er ook gedacht te worden aan de ontsluiting en de opschaling van reeds ontwikkelde innovatieve producten, diensten, technieken en processen. Idealiter wordt in het plan ook aandacht besteed aan het human capital dat in de toekomst de sector mede zal bepalen. Ook op het vlak van onderwijs en opleidingen zijn er bijkomende inspanningen nodig, op alle niveaus. Het mag met andere woorden niet alleen over techniek en technologie gaan, maar ook over bouweconomie en bouwmanagement in al zijn facetten.

De verschillende actoren die hierin een rol te spelen hebben, moeten bijeen worden gebracht en tot een gezamenlijke en coherente visie en strategie komen. Door een brug te creëren tussen de universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen en de bedrijven kunnen de verschillende innovatie-inspanningen een aanzuigeffect en meer slagkracht krijgen. Ook de overheid heeft in dit verhaal een plaats, als regelgever, als grote klant, als financierder, als belangrijke stakeholder. Ook de relatie met de burger zal de nodige aandacht moeten krijgen.

Het aangaan van deze uitdagingen, vereist dat innovatieve producten, technieken, diensten en processen verder ontwikkeld en verspreid worden. Om de systemische knelpunten rond innovatie in de bouwsector te doorbreken, moet zowel gewerkt worden op de vraag- als op de aanbodzijde.

De vraagzijde kan gestimuleerd worden via de regelgeving (de renovatieplicht is daarvan een voorbeeld), maar ook door het sensibiliseren van opdrachtgevers en bouwheren. Zo zou het een belangrijke stap vooruit zijn mochten de verschillende overheden als opdrachtgever structureel ruimte bieden voor innovatie binnen overheidsopdrachten en PPS-projecten.

Langs de kant van de bouwsector moet er gewerkt worden op het ontsluiten en verspreiden van innovatie. Belangrijk daarbij is dat bedrijven de verschillende opkomende vormen van innovatie en procesoptimalisatie voornamelijk blijken te zien als een opportuniteit en niet als een bedreiging en ook aangeven daarover meer  te willen weten. Ze vragen ook dat deze vormen van innovatie meer tot bij de bedrijven worden gebracht. Uit de recente innovatie-enquête van Embuild Vlaanderen (zie hoofdstuk 2 punt 1) blijkt zowel bij grote als kleine bouwbedrijven de bereidheid en de vraag aanwezig om in te zetten op meer knowhow over innovatie.

Zoals hierboven aangegeven zijn verschillende actoren daar momenteel mee bezig, maar het geheel mist coördinatie en een strategische visie. Mede ingevolge de snelle maatschappelijke evoluties en de wijze waarop opeenvolgende Vlaamse regeringen hier proactief op inspelen, is er een toenemende noodzaak om het onderzoek en de innovatieacties binnen de sector nauwer en sneller te laten aansluiten bij deze veranderingen.

Er is eveneens nood aan meer steun vanuit de Vlaamse overheid voor innovatie in de bouwsector. Die is op dit moment te beperkt. Uit evaluaties van VLAIO blijkt dat slechts een miniem aandeel van de verschillende subsidies de bouwsector ten goede komen. 

Zoals in vorige hoofdstukken aangegeven, zullen bouw- en aanverwante activiteiten in de volgende jaren een steeds grotere rol vervullen in de totale Vlaamse economie en dit omwille van onder meer de klimaatuitdagingen, energie- en milieu-uitdagingen en de toenemende schaarste aan grondstoffen. Tegelijkertijd moet een antwoord worden gegeven aan de mobiliteitsproblematiek en de dringende maatschappelijke vraag om iedereen een betaalbare woning te kunnen aanbieden. Bovendien dient dit in een dichtbevolkt Vlaanderen gecombineerd te worden met kwalitatieve en groene woon- en werkomgevingen.

Strategische Transformatiesteun

Strategische Ecologiesteun

Ecologiepremie Plus

KMO-groeisubsidie

Andere sectoren

Industrie

Bouwsector

Grafiek:

Aandeel steun per sector vanuit VLAIO