Terug
Terug
Bouwbedrijven ontwikkelen eerder in beperkte mate nieuwe producten. Wel implementeren zij bestaande producten of aangepaste producten in een workflow gecombineerd met op maat gemaakte software. De (aangepaste) hard- en softwaremiddelen zelf zijn dan niet innovatief maar de totale workflow wel. Dat gaat eerder over proces- of diensteninnovatie in plaats van productinnovatie. Aangezien de bouw kampt met personeelstekorten, helpt procesinnovatie net om met de beschikbare arbeidskrachten veel meer te kunnen realiseren. Dat is cruciaal voor het welslagen voor grote maatschappelijke transities zoals de gewenste renovatiegolf en de fossielvrije shift.
VLAIO (het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen) heeft als doel om Vlaamse ondernemingen te stimuleren en te ondersteunen op vlak van innovatie en ondernemerschap. Dit doen ze o.a. door ondernemingen financieel te helpen via subsidies om te kunnen groeien, transformeren of innoveren. Voorbeelden van dergelijke subsidies zijn de kmo-portefeuille, de kmo-groeisubsidie en subsidies voor onderzoeks- & ontwikkelingsprojecten. Uit evaluaties van VLAIO en zijn waaier aan instrumenten blijkt dat subsidies in beperkte mate worden toegekend aan bouwondernemingen. Ook uit een rapport van het Nederlands Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) blijkt dat ook bij onze noorderburen bouwbedrijven moeilijk toegang vinden tot innovatiebudgetten. Het EIB geeft aan dat het klassieke R&D beleid vooral gericht is op productinnovatie, terwijl de bouw ook behoefte heeft aan ondersteuning van procesinnovaties. Voorts blijkt uit hun gegevens dat slechts een minderheid van de bedrijven met een subsidieregeling afkomstig is uit de bouwsector. Het kader dat in Nederland op poten werd gezet voor kleinere bedrijven – Small Business Innovation Research – blijkt bij bouwondernemingen op drempels te botsen zoals te kleinschalig en te veel regels. Ook daar is de conclusie dat innovatiebudgetten moeilijk bereikbaar zijn voor bouwondernemingen.
De noodzaak om proces- en diensteninnovatie te ondersteunen is de voorbije jaren sterk toegenomen als gevolg van o.a. de toenemende klimaatuitdagingen. Bedrijven gaan steeds meer toepassingsgerichte oplossingen implementeren om te voldoen aan de energie- en klimaatdoelstellingen. Louter het implementeren van toestellen en producten volstaat niet, want dit vergt steeds meer kennis over de processen waarbij de combinatie van één of meerdere technieken leidt tot een kwantificeerbaar resultaat zoals het effectief reduceren van de CO2-uitstoot. De grote winst zit in de systeem-, de proces- en de diensteninnovatie.
Die transitie stimuleert proces- en productinnovatie in de hele keten: van bij het ontwerp van gebouwen, over de uitvoering tot de keuze van de meest klimaatvriendelijke (CO2-arme) producten en processen. Niet alleen wil Embuild Vlaanderen in overleg met de overheid nagaan hoe aanbestedingsprocedures deze transitie nog meer kunnen aanmoedigen - denk daarbij onder meer aan de CO2-prestatieladder - ook ontwikkelt de bouwfederatie al geruime tijd zelf hefbomen zoals het Vlaams Betonakkoord en het Klimaatdakprotocol om duurzaamheid en circulariteit te doen sporen met bouwtechnische robuustheid. Daarnaast zet Embuild Vlaanderen vandaag al sterk in op co-creatie met de Vlaamse overheid in een heel aantal subsidieprojecten om de sector tijdig voor te bereiden op de noodzakelijke transities rond circulariteit, biodiversiteit, energie, renovatie, een duurzame lifecycle, waterhuishouding, digitalisering enz.